- gewennen
- {{gewennen}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [gewoon worden, raken] ↓s'accoutumer (à)2 [zich thuis gaan voelen] ↓s'acclimater♦voorbeelden:1 ik ben dat rumoer wel gewend • je me suis fait à ce bruithij is niet veel gewend • il n'a jamais rien vuhij is thuis niet veel gewend • on ne le gâte pas beaucoup chez luidat zijn we van hem gewend • il n'en fait pas d'autresgewend zijn (om) te • être habitué à 〈+ onbepaalde wijs〉wat was hij vriendelijk, dat zijn we niet van hem gewend • ce qu'il a été gentil, cela n'est pas dans ses habitudeszij zijn het goed gewend • ils sont habitués au confortmen gewent aan alles • on se fait à tout2 ik ben er nog niet gewend • je ne me suis pas encore acclimatéergens gewennen • se trouver bien quelque partII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [gewoon maken] ↓habituer (à)♦voorbeelden:1 een plant die men in Frankrijk kan laten gewennen • une plante acclimatable en Franceje moet daar maar aan gewennen • c'est une habitude à prendre
Deens-Russisch woordenboek. 2015.